Skip to main

Zoek in woordenlijst

Content taal

Concept information

voorkeursterm

dominicanen  

heeft bovenliggend begrip

toelichting

  • Predikheren of jacobijnen. Bedelorde, gesticht in 1216 in Toulouse door Domenigo (Dominicus) de Guzman (1170-1221). Zij richt zich rechtstreeks tot het volk om er te evangeliseren onder de massa d.m.v. prediking. Hun derde naam ontlenen de dominicanen aan het St.-Jacobusklooster te Parijs, een van hun eerste vestigingen. In de beginperiode van de orde stond men niet voor de noodzaak om een kloosterkerk te bouwen. Overal waar Dominicus een klooster stichtte, bood men een bestaande kerk aan. De eerste was de St.-Romain in Toulouse. De kerken hoefden niet groot te zijn. Het was voldoende als er de mis gelezen kon worden. De openbare ruimte had er geen verdere betekenis. Deze gedachten van de stichter zijn vooral in de begintijd aangehouden. Ook het klooster was gewijd aan de eredienst. De gebouwen moesten een stille binnenplaats omsluiten. De monniken beschikten ieder over een afgesloten ruimte, waarin een bed en een lessenaar stonden. Dit in tegenstelling tot de cisterciënzers en premonstratenzers, die als handwerkslieden alleen een slaapplaats nodig hadden. Volgens de eerste voorschriften moesten de kloosterruimten en kerken beperkt van hoogte blijven. De St.-Nicolaaskerk te Bologna, laatste rustplaats van de H.Dominicus, was 14 m hoog. Koor en sacristie mochten in steen overwelfd zijn, de voor gelovigen toegankelijke benedenkerk moest een eenvoudige overdekking hebben. Versieringen dienden tot het uiterste beperkt te blijven. C. 1240 moest de orde al haar kerken vergroten om ruimte te bieden aan de toestromende gelovigen. De S.Maria Nuovo in Florence werd in 1244 vergroot. De oostzijde van de kerk grensde aan een oude kapel en het klooster. Aan de westzijde was een plein, aan de zuidzijde de parochiekerk. De enige mogelijkheid tot uitbreiding was die met een tweede beuk aan de noordzijde, speciaal voor de prediking. Sedertdien werd deze vorm veel toegepast bij de dominicanen, maar regel werd de tweebeukige vorm niet. Sedert 1249 werd naar voorschrift van het generaal kapittel tussen de benedenkerk en het priesterkoor over de volle breedte van de beide beuken een gesloten afscheiding opgetrokken, zodat men de paters niet kon zien binnentreden of weggaan. Het koorgebed ging dag en nacht door. Daarom is er ook een rechtstreekse verbinding van de dormter met het koor. Aan een van de lange zijwanden kwamen doorgaans nissen, bestemd voor het lezen van missen door de priesters. Een toren ontbreekt. Na 1260 was de toevloed van publiek bij het preken zo groot, dat een nieuw type kerk ontstond met een zaalvormige publieksruimte en een groot koor, voldoende om de hele kloostergemeenschap te bevatten bij het celebreren van de mis. Dit was niet te verwezenlijken met de toegestane hoogte, zeker niet gezien de mogelijkheden die de opkomende gotiek bood. De strenge bouwvoorschriften werden niet meer nageleefd en tegen 1300 beslisten de generale kapittels dat de regels over de bouwhoogten geschrapt zouden worden.De Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden, gesticht na c. 1265, had in eerste opzet de klassieke indeling met diep koor, twee beuken met nissen aan de noordzijde en een gemetselde afscheiding tussen koor en publieksruimte. De kloostergebouwen, waarvan nog een gedeelte bewaard bleef, liggen aan de noordzijde. De Dominicanerkerk te Maastricht werd c. 1290 gebouwd en heeft een soortgelijke indeling, evenals de Broederenkerk in Zutphen uit dezelfde tijd. De v.m. Jacobijnerkerk in Haarlem, gebouwd c. 1300 en gesloopt in 1579, had één zijbeuk aan de noordzijde, maar het klooster (met de nog bestaande pandhof) lag aan de zuidzijde. Hetzelfde geldt voor de v.m. Broerenkerk te Nijmegen, gebouwd rond 1375 en verwoest in 1944. De Kloosterkerk in Den Haag, gebouwd tegen 1400, toont uitwendig als enige in deze reeks een duidelijk onderscheid in koor en middenschip in breedte en hoogte. Er was oorspr. één zijbeuk aan de zuidzijde. Eerst na 1468 werd de Broerenkerk in Zwolle gebouwd, met een zijbeuk aan de zuidzijde. Buiten de Republiek kwam in 1659 te Sittard de eenbeukige St.-Michaëlskerk in een gematigd barokke stijl tot stand. Beïnvloed door de stijl van de Italiaanse bedelordekerken, ontwierp P.J.H. Cuypers in Amsterdam in 1884 de basilicale St.-Dominicuskerk in neogotische vormen. J. Kayser ontwierp 1900 de Dominicanerkerk te Zwolle als kruisbasiliek, een voorheen bij deze orde vrijwel onbekende vorm. (Haslinghuis)

hasConceptStatus

hasSource

URI

https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/285144b6-9ebc-4fef-8c61-4eb6d78f33f4

Download dit concept:

RDF/XML TURTLE JSON-LD Gemaakt 05-10-2016, Gewijzigd 17-03-2017