Skip to main

Zoek in woordenlijst

Content taal

Concept information

abstracte begrippen > bouwstelsels

Voorkeursterm

bouwstelsels  

Type

  • CHT concept

Heeft breder begrip

Alternatieve term

  • bouwstelsel

Toelichting

  • Meetkundig stelsel waarnaar de plattegrond en de opstand van een bouwwerk zijn ontworpen. In bredere zin: trant waarin een gebouw, vergeleken met andere, is aangelegd en opgetrokken. Bouwwijze die aan een bepaalde gebouwengroep of periode eigen is. Voor de bouwgeschiedenis en de geschiedenis van de bouwkunst in het algemeen, voor het herstel en de reconstructie van een gebouw is de kennis van het bouwstelsel dat eraan ten grondslag ligt uiterst belangrijk. De m.e. bouwloodsen waren dragers van traditie die – naast de ambachtelijke gebruiken en kunstgrepen van de gezellen – de geometrische formules van de meesters omvatten.Als c. 1106 van de abdijkerk van Rolduc (L.) gezegd wordt, dat de funderingen worden gelegd ‘scemate longobardino’, wijst dat op een uit Noord-Italië afkomstige bouwtrant. Hiermee kan het klaverbladvormige plan of het ontbreken van een kooromgang bedoeld zijn. Ook de geestelijke ordes, met name de cisterciënzers en norbertijnen en na hen de bedelorden, legden kenmerkende trekken in hun bouwwijzen, grotendeels in een streven naar vereenvoudiging. Om de betekenis van de meetkunde in het bijz. voor de gotiek te beseffen, hoeft men slechts te denken aan de koorsluitingen uit de acht-, tien- en twaalfhoek enz., de vele versnijdingen, overhoekse plaatsingen, de traceringen, roosvensters e.d.. De bouwmeester zette hier als het ware in steen overeind de cirkels, sterren, drie- en veelhoeken waaruit hij zijn proporties afleidde.Het meest toegepaste geometrische bouwstelsel is dat van de triangulatuur. De gelijkzijdige driehoek (‘ad triangulum’, met hoeken van 60°) was de meest voor de hand liggende, reeds in de Merovingische tijd toegepast. Hiernaast de gelijkbenige driehoek, die in een vierkant is gevat (‘ad quadratum’, met basishoeken van 63°26¢), de verhouding van de gulden snede, de ‘sectio divina’. Een stelsel van vierkanten schijnt te zijn gevolgd in het paleis van Karel de Grote en in het ontwerp van St.-Gallen. Eind XIV werd in Milaan tussen bouwmeesters, die door de domfabriek te rade waren geroepen, een heftige strijd gevoerd over de vraag, volgens welk stelsel de kathedraal moest worden voltooid. Het advies van een uit Piacenza ontboden meester luidde dat ‘ad quadratum’ de kerk te hoog (58 m) zou worden en dat ‘ad triagulum’ (48 m) dus raadzaam was. Hierbij dient de kanttekening te worden gemaakt, dat in Italië de omhoogstrevende lijnen van de gotiek het nooit van de vlak gehouden klassieke proporties hebben gewonnen. Enige jaren later ontbood men een bouwmeester uit Parijs. Deze gaf zijn arbitrage onder het motto ‘Ars sine scientia nihil’ (kunst bestaat niet zonder grondige kennis). Dergelijke adviezen zijn ook ingeroepen voor de herbouw van de kathedraal van Gerona (Spanje). Twaalf meesters adviseerden niet de driebeukige aanleg voort te zetten maar over te gaan tot het oude Zuid-Franse eenbeukige type met kapellen tussen de steunberen. Vgl. proportie. (Haslinghuis)

hasConceptStatus

hasSource

In andere talen

URI

https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/de82109e-5870-4840-b58a-9d1c79d67940

Download dit concept:

RDF/XML TURTLE JSON-LD Gewijzigd 2017-03-17T09:02:21Z Gemaakt 2016-10-28T08:09:11Z2016-10-28T08:09:11Z