Skip to main

Cultureel Erfgoed Thesaurus (CHT)

Zoek in woordenlijst

Content taal

Concept information

objecten > bebouwde omgeving > landschapselementen > vloeiweiden

voorkeursterm

vloeiweiden  

Type

  • CHT concept

heeft bovenliggend begrip

alternatieve term

  • beddenbouw
  • rugbouw
  • vloeiweide

toelichting

  • Vloeiweiden zijn hooilanden die periodiek bevloeid worden met water uit, beken en kanalen, en daarbij oppervlakkig worden geïnfiltreerd. Graslanden waarover met opzet gedurende een bepaalde periode van het jaar water uit een kanaal, beek of rivier wordt geleid, met behulp van technische voorzieningen, zoals een toevoerkanaal, sluisjes, greppels en lage walletjes. De oudste dateren uit de Middeleeuwen, de jongste uit het begin van de twintigste eeuw.

Contributor

Auteur

hasConceptStatus

hasImage

hasLocationSpecification

  • Vloeiweiden komen voor in de Kempen, de Achterhoek, Twente, Drenthe, de Veluwe en in de Gelderse Vallei. Waarschijnlijk is ook in laag-Nederland bevloeid. Zo weten we dat slibrijk water vanuit het IJ en het Wijkermeer in de wintermaanden over de aangrenzende veengebied werd gelaten.

hasSource

hasSourceId

  • 662

hasSpecification

  • Gewoonlijk wordt de term alleen gebruikt voor terreinen waar dit gebeurt om de weide te bemesten met de dunne laag slib of klei die het water achterlaat. Hiermee wordt het natuurlijke proces nagebootst van de rivier die zijn stroomgebied vruchtbaar maakt en houdt dankzij periodieke overstromingen. Er was meer recent ook een andere reden om bevloeiing uit te voeren: de zuivering van afvalwater. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het afvalwater van aardappelmeelfabrieken. Die laatste vorm wordt in de regel aangeduid als vloeiveld, ter onderscheiding van de meer traditionele vloeiweiden. Er zijn twee hoofdtypen vloeiweide: de rugbouw en de hellingbouw (die ook gecombineerd werden toegepast). De rugbouw (ook wel beddenbouw genoemd) was een moderner systeem en vereiste meer werk. Op de kruin van de bedden werd een aanvoergreppel gegraven, waarna het water over de aflopende bedden afvloeide. Afvoergreppels werden enkele decimeters lager aangelegd. Het bed was dan vijf tot zes meter breed. De aanvoergreppels waren een paar decimeter breed en diep, die voor de afvoer breder. Bij helling- op hangbouw wordt een natuurlijke helling gebruikt. Bij deze twee typen gaat het om bevloeiing met water dat in beweging is. Een andere vorm is die met stilstaand water: inzijging.

URI

https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/53197d95-28db-4e07-9e7d-4424c25fc9a1

Download dit concept:

RDF/XML TURTLE JSON-LD Gewijzigd 2019-03-14T12:45:29Z Gemaakt 2016-11-03T10:58:23Z2016-11-03T10:58:23Z