Skip to main

Zoek in woordenlijst

Content taal

Concept information

Voorkeursterm

Griekse bouwkunst  

Toelichting

  • De bouwkunst zoals die in het oude Griekenland en in door de Grieken gekolonialiseerde gebieden tot stand is gekomen. Veel is nog uit ruïnes bekend, en door opgravingen kwamen er van diverse soorten gebouwen overblijfselen aan het licht: tempels (naoi), sacrale gebieden met een aantal tempels bij elkaar (temene), schatkamers (thesauroi), zuilengangen (stoai), uitgebreide toegangspoorten tot een tempelterrein (propyleeën), sportgebouwen (gymnasia), renbanen (stadia), theaters en concertgebouwen (odeia). Het marktplein (agora) was een belangrijke ontmoetingsplaats in het Griekse leven. Daar trof men in een speciaal gebouw de waterbron, waar de vrouwen water haalden. De Grieken bouwden met hout en in de zon gedroogde stenen, later in kalksteen (een conglomeraat van marmer). Kroonlijsten en daktegels waren aanvankelijk van terracotta, later ook van marmer.Tempels. De tempel vormt een van de belangrijkste onderdelen van de Griekse bouwkunst. Het langwerpige grondplan is ontleend aan de megaron van het Myceense huis, een rechthoekige ruimte met een zuilengalerij ervoor. Zuilen kenden de Grieken uit Egypte, Assyrië, Kreta en Mycene. Ook versieringsmotieven als rozet, lotus en palmet werden aan de Assyrische kunst ontleend. Uit al deze invloeden werd een type tempelgebouw ontwikkeld, dat door de eeuwen heen min of meer hetzelfde bleef, al varieerden de grootte, het aantal zuilen en de gebruikte zuilenorde.Na het egaliseren van de grond, euthynteria, werd een trapsgewijs oplopend platform gemaakt waarop de tempel gebouwd werd, stereobaat en stylobaat. De treden waren 30 tot 40 cm hoog. Aan de ingangszijde werd hierin een trap uitgehakt. De tempel bestond uit een centrale hal, de naos of cella, aan de voorzijde voorzien van een voorhal met twee zuilen, de pronaos. De langsmuren van de cella liepen door langs de pronaos en eindigden ter weerszijden van de twee zuilen in de anten. Zie tekening apteros. Behalve aan de voorzijde was er soms ook aan de achterzijde een portiek met twee zuilen en anten, de opisthodomos. Het kenmerk van de Griekse tempel, de zuilengalerij, werd aanvankelijk alleen aan de voor- en achterzijde, later ook aan de lange zijde aangebracht, het peristylion. Afhankelijk van de grootte van de tempel werden ook wel een of meer rijen zuilen in de cella geplaatst ter ondersteuning van het dak. De enige bron van verlichting in de cella vormde de grote toegangsdeur aan de. De muren van de cella hadden geen vensters.Er waren drie zuilenorden: de Dorische, Ionische en Corinthische.De versiering met beeldhouwwerk beperkte zich tot enkele onderdelen: kapitelen, fries, timpaan en het dak.De oudste tempels waarvan resten zijn gevonden,dateren uit VII v.C.: Olympia (Heratempel), in Italië: Paestum (Heratempel, 520-500 v.C.), Selinonte, Agrigento (Heraklestempel) en Syracuse (Zeustempel, Apollotempel), alle Dorische tempels. Vroege Ionische tempels zijn te vinden in Klein-Azië en op de eilanden: Samos (Heratempel), Ephesus (Artemistempel), Milete (Apollo Didymaiostempel). In de klassieke periode (480-338 v.C.) kwamen in Athene de tempels op de Akropolis tot stand: Parthenon (447-438 v.C.), Niketempel (427 v.C), Erechtheion (421-406 v.C.). In die periode ook de Zeustempel in Olympia (470 v.C.), Poseidontempel op kaap Sounion (440 v.C.) en de Poseidontempel in Paestum. Voorb. van een tempel uit de hellenistische tijd (338-146 v.C.): de grote tempel van Zeus Olympios, het Olympeion in Athena (174-131 v.C.) met Corinthische zuilen. Uit dezelfde periode in Klein Azië: Magnesia (Artemis Leukophrynetempel). Zie plattegronden apteros, dipteros, peripteros.Schatkamers: o.a. in Delphi van de Atheners (500 v.C.), gereconstrueerd, met Dorische zuilen en een fries met gebeeldhouwde metopen.Theaters: ontstaan uit de eredienst voor Dionysos. Bestond uit een toneel (skènè), daarvoor de (half)cirkelvormige dansvloer (orchestra) met het altaar voor Dionysos. Om de orchestra in een halve cirkel de zitplaatsen (cavea), vaak tegen een heuvel, zoals in Epidauros (350 v.C.) en in Athene (V v.C.).Stadion: werd ook bij voorkeur tegen een helling of in een dal gebouwd, om de hellingen als zitplaatsen te kunnen benutten.Concertzalen: in Athene is het Odeion (161 v.C.) op de zuidhelling van de Akropolis gereconstrueerd. (Haslinghuis)

hasConceptStatus

hasSource

In andere talen

URI

https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/41e459e6-e148-4250-91c4-6c2cd9e123e3

Download dit concept:

RDF/XML TURTLE JSON-LD Gewijzigd 2017-09-07T08:41:22Z Gemaakt 2016-11-01T12:37:11Z2016-11-01T12:37:11Z