Concept information
In dieser Sprache gibt es keinen Begriff für dieses Konzept.
Bevorzugte Bezeichnung
Haslinghuis (nl)
Typ
-
Source
Übergeordnetes Konzept
- bronnen (nl)
Ersteller/in
hasConceptStatus
- kandidaat (nl)
isSourceOf
- Aachener blauwsteen (nl)
- aachten (nl)
- aaksen (nl)
- aalmoezeniershuizen (nl)
- aanbouw (activiteit) (nl)
- aanbouwsels (nl)
- aanhoekers (nl)
- aankauwen (nl)
- aanlopen (blokje) (nl)
- aanrazeringen (nl)
- aanwerken (nl)
- aanwijzing (nl)
- aanzetgroeven (nl)
- aanzetstenen (hoekblok) (nl)
- aanzetstenen (natuurstenenblok) (nl)
- aanzetten (nl)
- aanzichten (nl)
- aardgebinten (nl)
- Abakus
- Abbau
- Abdeckung
- abdijen (nl)
- abelenhout (nl)
- abfugen
- abgeschrägt
- abgleichen
- abkanten
- abkürzen
- Abschluß
- abschneiden
- Absorption
- abwalmen
- acajou-hout (nl)
- accoladebogen (nl)
- accoladebouwnaden (nl)
- accorderen (bijhakken) (nl)
- achterkerken (nl)
- achterkeuvelens (nl)
- achterwerkers (nl)
- admiraliteitsgebouwen (nl)
- adobe (nl)
- aediculae (nl)
- afbouwconstructies (nl)
- afdaggen (nl)
- afdochten (nl)
- afhangen (nl)
- afhangen (aanbouw) (nl)
- afkappen (nl)
- afreden (nl)
- afschrijven (nl)
- afsteigeren (nl)
- afsteken (nl)
- afvellen (nl)
- agora's (nl)
- Akademie
- akerstenen (nl)
- akropolissen (nl)
- Akroterie
- aksial
- Akustik
- à livre ouvert (nl)
- Alkoven
- alleye (nl)
- almarissen (nl)
- Almer
- alpen (schoep) (nl)
- Altarnische
- altdeutsches Schieferdach
- alternerend stelsel (nl)
- aluingips (nl)
- amandelen (nl)
- Ambachtelijke Neogotiek (nl)
- ambulatoria (nl)
- amerikanen (plakspaan) (nl)
- Amphitheater
- Ampullennische
- Amsterdams cement (nl)
- Amsterdamse paalfunderingen (nl)
- Amsterdamse school (nl)
- Andreaskruizen (balk) (nl)
- Andreaskruizen (heraldiek) (nl)
- Andreaskruizen (latten) (nl)
- anfüllen
- Angelsaksische bouwkunst (nl)
- angels (pen) (nl)
- angelusklokken (nl)
- angen (nl)
- ankerhoofden (pen) (nl)
- ankernagels (nl)
- Anlauf
- anlegen
- Ansatzvolute
- Anschleppung
- Ante
- antefixen (nl)
- Anthéor (nl)
- antichambres (nl)
- antieksnijders (nl)
- antiquagieën (nl)
- antropomorfisme (nl)
- antuzano's (nl)
- anwendeln
- apenkonten (nl)
- apoditeria (nl)
- apophysis (nl)
- appartementen (nl)
- appelbloesem (baksteen) (nl)
- appelbloesem (kleur) (nl)
- après (nl)
- aproches (nl)
- apsidiaal (nl)
- Apsis
- apteros (nl)
- arabiën (nl)
- Arbeitsplatte
- arcades (nl)
- archaistisch
- architecture parlante (nl)
- architectuurhistorie (nl)
- Architektur
- Architekturzeichnung
- architrafen (balk) (nl)
- architrafen (omlijsting) (nl)
- Archivolt
- arcosolia (nl)
- area (nl)
- arena's (nl)
- arenden (puntig deel) (nl)
- Arkaturen
- arkenelen (nl)
- arketten (nl)
- Arkijnse kalk (nl)
- armen (draagconstructie) (nl)
- armenhuizen (nl)
- armen (spaak) (nl)
- artesonado's (nl)
- Artushof (nl)
- asfaltpapier (nl)
- askolken (nl)
- aspen (nl)
- astragalen (nl)
- Asyl
- ateliers (nl)
- athenea (nl)
- atria (binnenplaats) (nl)
- Attisch (nl)
- auditoria (kamer) (nl)
- aufplatzen
- Aufsatzband
- Aufziehladen
- Auskragung
- Ausluchten (nl)
- Ausmauerung
- ausschreiben
- aussparen
- Aussteifung
- Auszahnung
- avancés (nl)
- avant-corpsen (gevelonderdeel) (nl)
- avant-corpsen (westwerk) (nl)
- aveinkels (nl)
- Avennessteen (nl)
- baaierden (nl)
- baanders (nl)
- baarden (fysiek kenmerk) (nl)
- baarden (molen) (nl)
- baarden (sleutelonderdeel) (nl)
- baarden (trappen) (nl)
- badcelstenen (nl)
- Badezimmer
- badia's (nl)
- baignoires (nl)
- bakgoten (nl)
- baksteenarchitectuur (nl)
- balgenhuizen (nl)
- balies (afscheiding) (nl)
- balies (kuip) (nl)
- balies (leuning) (nl)
- baliestijltjes (nl)
- balies (toonbank) (nl)
- balijen (nl)
- balkdelen (nl)
- balken (nl)
- Balken/ende , -kopf
- Balkenlage
- Balkenträger
- balkondeuren (nl)
- balkons (nl)
- balkons (molen) (nl)
- balkons (theaters) (nl)
- balkrond (nl)
- balksteen (nl)
- ball flowers (nl)
- banden (gevelonderdeel) (nl)
- banden (profielen) (nl)
- bandentrekkers (nl)
- Banderolle
- bandnagels (nl)
- bandribgewelven (nl)
- banen (hameronderdeel) (nl)
- banen (rand) (nl)
- banken (meubilair) (nl)
- Bankenplan
- bankgebouwen (nl)
- bannagels (nl)
- Bannmühle
- barbacanes (valluik) (nl)
- barkoenen (nl)
- bartazanen (nl)
- Basècles (nl)
- basementen (nl)
- basilieken (nl)
- bassins (fonteinonderdelen) (nl)
- bassins (haven) (nl)
- Bastei
- basterdnagels (nl)
- bastides (nl)
- Baubeschreibung
- Baubetriebe
- Bauernhaus
- Baufuge
- Baugeschichte
- Bauhaus (nl)
- Bauhistorie
- Bauhütte
- Bauinschrift
- Baumaterialien
- Baumeister
- baumkantiges Holz
- Bauplan
- Baustil
- Bausystem
- Bautechnik
- Bauunternehmer
- Bauwerk
- bazars (nl)
- bazen (stijlonderdeel) (nl)
- bebouwen (bouwen) (nl)
- bebouwen (mengen) (nl)
- becuden (nl)
- bedaking (nl)
- beddebanken (nl)
- bedelorden (nl)
- bedevaartskerken (nl)
- bed (hoeveelheid) (nl)
- beerputten (nl)
- Befestigung
- begijnhoven (nl)
- beglasen
- behangnaalden (nl)
- beitels (gereedschap) (nl)
- bekken (nl)
- beklampen (metselen) (nl)
- beklampen (timmeren) (nl)
- Bekleidungsschraube
- bekluizen (nl)
- belegijzers (nl)
- belegstukken (raamonderdeel) (nl)
- belforten (toren) (nl)
- Belgische spanten (nl)
- belt en balie (nl)
- belten (ophoging) (nl)
- beluiken (nl)
- belvedères (lustverblijf) (nl)
- belvédères (torenvormige constructie) (nl)
- bêma's (nl)
- benen (bouwelement) (nl)
- benen (palen) (nl)
- berappen
- beren (muur) (nl)
- Berger sparren (nl)
- bergroeden (nl)
- Bergse ankernagels (nl)
- Bergse nagels (nl)
- bergsloten (nl)
- bergvreden (toren) (nl)
- bergvreden (torenachtige stellage) (nl)
- bergwater (nl)
- bermen (nl)
- berries (kruiwagenonderdeel) (nl)
- berries (roosterwerk/fundering) (nl)
- berries (roosterwerk/kap) (nl)
- bertsteen (nl)
- beschieten (nl)
- beschietsels (wandbekleding) (nl)
- Beschlag
- beschoeien (nl)
- beschotten (muurbekleding) (nl)
- beschotten (plankafscheiding) (nl)
- beslaan (behakken) (nl)
- beslaan (mengen) (nl)
- beslagwerk (nl)
- bespiegelingen (nl)
- bespreien (nl)
- beste kamers (nl)
- besteken (nl)
- Bestiensäule
- betimmeren (nl)
- betonelementen (nl)
- betonemaille (nl)
- betonijzer (nl)
- betonmolens (nl)
- Betonschalung
- Betonwaren
- Bettnische bett
- Bettwand
- beukenhout (nl)
- beulingen (kraal) (nl)
- beulingen (profiel) (nl)
- beverstaarten (nl)
- bewagen (nl)
- bewaldrechten
- bewerpen (ontwerp) (nl)
- bewerpen (pleisteren) (nl)
- bezettingen (slotonderdeel) (nl)
- bibliotheken (nl)
- Biegung
- bierbrouwerijen (nl)
- biezen (stengel) (nl)
- bijslagen (nl)
- Bildhauer
- Bildnische
- biljoenen (nl)
- Billhammer
- Bindemittel
- binden (nl)
- bindloodjes (nl)
- binnendaks (nl)
- binnenhaarden (nl)
- binnenportalen (nl)
- binnenpuien (nl)
- binnenwanden (nl)
- binnenwelfvlakken (nl)
- binnenwerks (nl)
- bintbalken (nl)
- bladen (plank) (nl)
- bladen (scharnieronderdeel) (nl)
- bladwerkkapitelen (nl)
- Blatt
- blauwbakken (nl)
- blauwdrukken (nl)
- blauw hout (nl)
- Bleiwaage
- Blendbogen
- bleu belge (nl)
- Blindenschrank
- blindes Fenster
- blindramen (nl)
- blintvleugels (nl)
- Blockbau
- blocketten (nl)
- blokdelen (nl)
- blokgoten (nl)
- blokhout (nl)
- blokhuizen (klein gebouw) (nl)
- blokkelen (console) (nl)
- blokkozijnen (nl)
- bloksloten (nl)
- bloksteen (nl)
- bloktanden (fysiek kenmerk) (nl)
- bloktanden (muistanden) (nl)
- bloktanden (muizentand) (nl)
- bloktanden (tanden) (nl)
- blokverband (nl)
- blokverbanden (activiteit) (nl)
- blokverbanden (siermetselwerk) (nl)
- blondel (nl)
- bochten (kerkbank) (nl)
- bochten (scharnieronderdeel) (nl)
- bocuden (nl)
- Bodenfliese
- boeiborden (nl)
- boeien (timmeren) (nl)
- boekenhout (nl)
- boekweitdop (nl)
- boeten (woning) (nl)
- boetkapellen (nl)
- boezems (schoorsteenonderdeel) (nl)
- bogen (nl)
- bogengangen (nl)
- bogenrijen (nl)
- Bogenrücken
- Boheemse gewelven (nl)
- Bohle
- Bohlenbinder, Bohlendach
- boiseren (nl)
- boiseriegen (nl)
- Bois fleuri (nl)
- Bollendorfer steen (nl)
- Bollwerksspitze
- bolspitsen (nl)
- bolvormige gewelven (nl)
- bomen (boomstam) (nl)
- bommerscharnieren (nl)
- bonnen (nl)
- bonnettes (nl)
- boogfriezen (nl)
- boogspanten (nl)
- boogstenen (nl)
- boogstijlen (nl)
- boogtrommels (nl)
- boogvelden (nl)
- boomijzers (nl)
- boomolie (nl)
- Boomse kapravens (nl)
- Boomse stenen (nl)
- bordenlijst (nl)
- bordessen (stoep) (nl)
- bordessen (traponderdeel) (nl)
- bordspijkers (nl)
- borsten (houtverbinding) (nl)
- borsten (molenkastonderdeel) (nl)
- borstweringen (muur) (nl)
- Bosse
- Bosse keukens (nl)
- bossen (fonds) (nl)
- boucharderen (nl)
- boudoirs (nl)
- bouleuterionen (nl)
- bouten (afsluitingmiddel) (nl)
- bouten (bevestigingsmiddel) (nl)
- bouwen (mengen) (nl)
- bouwen (vervaardigen) (nl)
- bouwfragmenten (nl)
- bouwheren (nl)
- bouwkeramiek (nl)
- bouwplaatnagels (nl)
- bouwplaatsen (nl)
- bouwplaten (nl)
- bouwsporen (nl)
- bouwtoezicht (nl)
- bouwtrant van Hirsau (nl)
- bouwvallen (nl)
- bouwvallig (nl)
- bouwverordeningen (nl)
- bovenassen (nl)
- bovendorpels (nl)
- bovenhuizen (bouwwerk) (nl)
- bovenkapellen (kapel) (nl)
- bovenkapellen (kapelonderdeel) (nl)
- bovenkerken (gedeelte dubbele kerk) (nl)
- bovenkerken (kerkdeel) (nl)
- bovenlands hout (nl)
- bovenlichten (nl)
- bovenpannen (nl)
- Brabantse gotiek (nl)
- Brabants hout (nl)
- Braganza-tenen (nl)
- braketten (nl)
- brandgangen (nl)
- brandgevels (nl)
- brand (hardsteenader) (nl)
- brandladders (nl)
- brasems (nl)
- brazielhout (nl)
- breccië (marmer) (nl)
- breekbijlen (nl)
- Bremer steen (nl)
- Bretterplattform
- Bricona-steen (nl)
- bricornasteen (nl)
- briketten (nl)
- briquets (nl)
- brisures (nl)
- brocatel (nl)
- broderieën (nl)
- broekbalken (nl)
- Broeker voorschotten (nl)
- broekstukken (nl)
- broekstukken (dakonderdeel) (nl)
- broekstukken (leidingonderdeel) (nl)
- broodhuizen (nl)
- brosse nagels (nl)
- Bruchstein
- bruggen (nl)
- bruggenhoofden (nl)
- brugijzers (nl)
- Brugse traveeën (nl)
- Brusselse glazen (nl)
- Brustwehrkrone
- Buckeberger steen (nl)
- buiken (molen) (nl)
- buitendaks (nl)
- buitenkruinen (nl)
- buitenwelfvlakken (nl)
- buitenwerks (nl)
- bundelpijlers (nl)
- bungalows (nl)
- Buntsandstein
- burchten (omwalling) (nl)
- Bürgerhalle
- Burgverlies
- bussola's (beschot) (nl)
- bussola's (deurscherm) (nl)
- bussola's (geschut) (nl)
- bussola's (stoel) (nl)
- Butzenscheiben (nl)
- buwetten (nl)
- byzantinischer Baukunst
- Calacatta (nl)
- caldaria (nl)
- caldatoria (nl)
- Callebeker stenen (nl)
- calorifères (nl)
- Campan (nl)
- cantharussen (nl)
- capitolia (nl)
- caponnières (galerij) (nl)
- caponnières (kazemat) (nl)
- carboleum (nl)
- Carraramarmer (nl)
- carrièreslag (nl)
- cartibula (nl)
- cassettes (paneel) (nl)
- castellums (nl)
- castrums (nl)
- cataracta's (valhek) (nl)
- cataracta's (venster) (nl)
- cathedrae (nl)
- caulicoli (nl)
- cavaedia (nl)
- cavea's (theaterdeel) (nl)
- cella media (nl)
- cella's (bidkapel) (nl)
- cella's (hoofdgedeelte) (nl)
- cella's (huisje) (nl)
- cella's (kamer) (nl)
- cella's (ommuurde gedeelte) (nl)
- cellengewelven (nl)
- cementbeton (nl)
- cementpannen (nl)
- cementsteen (nl)
- centerboren (nl)
- centraalbouw (nl)
- chalets (nl)
- chaperonpannen (nl)
- chassinettes (nl)
- châteletten (nl)
- choraalhuizen (nl)
- Chorabschluß
- chorobates (nl)
- chorus minor (nl)
- Christiaans hout (nl)
- cingwallen (nl)
- cipressenhout (nl)
- circustheaters (nl)
- cisterciënzers (nl)
- cisternes (nl)
- citées (nl)
- cities (nl)
- claustraal huizen (nl)
- claustrae (nl)
- clausuren (nl)
- clocher-arcades (nl)
- cloisonnées (nl)
- cluniacenzers (nl)
- Cluny (nl)
- clysten (nl)
- coenacula (nl)
- coeverdaken (nl)
- coleren (nl)
- colleges (nl)
- Comacini (nl)
- combels (nl)
- commandement (nl)
- commiezenhuizen (nl)
- compagniegebouwen (nl)
- compartimenten (nl)
- compartimenteren (nl)
- compluvia (nl)
- compo (nl)
- concepten (nl)
- concertgebouwen (nl)
- confessio's (nl)
- congélations (nl)
- conglomeraat (nl)
- conservatoria (nl)
- constructeurs (nl)
- constructief (nl)
- contramallen (nl)
- conventen (samenkomst) (nl)
- cordons (lijst) (nl)
- coretto's (nl)
- cornu copiae (nl)
- coromandel (nl)
- corps de logissen (nl)
- Cosmatenwerk (nl)
- cottages (nl)
- coupures (groef) (nl)
- cour (nl)
- Coutarnoux (nl)
- creneleren (nl)
- creosoot (nl)
- crepidoma's (nl)
- crescenten (nl)
- cristallino (nl)
- croisades (nl)
- croisée (nl)
- crucken (nl)
- curiae (nl)
- curvaturen (nl)
- Curvilinear style (nl)
- Daalbeekse steen (nl)
- Dachbruchgesims
- Dachdecker
- Dachfenster
- Dachgesims
- Dachleiste
- Dachneigung
- Dachwerk
- Dachzimmer
- dagen (open ruimte) (nl)
- daggen (nl)
- dagziende steen (nl)
- daisen (nl)
- dakbedekking (nl)
- dakbeschoten (nl)
- dake (nl)
- dakgoten (nl)
- dakhuid (nl)
- dakkruisen (nl)
- daklak (nl)
- daklichten (nl)
- daklijsten (balk) (nl)
- daklijsten (lijst) (nl)
- dakmoeten (nl)
- daknagels (nl)
- dakpannen (nl)
- dakplaten (nl)
- dakramen (nl)
- dakruiters (nl)
- dakspaannagels (nl)
- daksparren (nl)
- daksporen (nl)
- daktrimmen (nl)
- dakvensters (nl)
- dakvoeten (nl)
- dammen (muur) (nl)
- damspiegels (nl)
- Danskers (nl)
- Danzigs hout (nl)
- Darmstadter daken (nl)
- darsdeuren (nl)
- Decke
- Decorated style (nl)
- deelzuiltjes (nl)
- degagementen (nl)
- Deichhaus
- deisen (nl)
- dekplaten (afdekking) (nl)
- dekplaten (draagplaat) (nl)
- dekplaten (slotonderdeel) (nl)
- dekstenen (dakpan) (nl)
- dekstenen (dekplaat) (nl)
- dekstoelen (nl)
- Delormezuilen (nl)
- Demer gotiek (nl)
- Dendersteen (nl)
- dendrochronologie (nl)
- Denemarks hout (nl)
- dennenhout (nl)
- deurgrepen (nl)
- deurklinken (nl)
- deurnagels (nl)
- deurregels (nl)
- Deutscher Orden
- Deventer hout (nl)
- diaconica (nl)
- diaconiehuizen (nl)
- diafragma's (nl)
- Diamantverzierung
- diefkettingen (nl)
- Diegemse steen (nl)
- Dielbeekse steen (nl)
- Dienst
- Dienstgebäude
- dierentuinen (nl)
- dievenklauwen (nl)
- dijkwoningen (nl)
- dilatatievoegen (nl)
- Dinantse steen (nl)
- dipteros (nl)
- Directoire-stijl (nl)
- disselen (nl)
- divisies (nl)
- djatihout (nl)
- dogana's (nl)
- doken (kram/bout) (nl)
- dokken (plank) (nl)
- dokken (strobosje) (nl)
- dolken (boomstam) (nl)
- dolomiet (nl)
- Domfreiheit
- dominicanen (nl)
- dommekrachten (molen) (nl)
- dompen (nl)
- Domroy (nl)
- dondanen (nl)
- doôdeuren (nl)
- dookgaten (nl)
- doopstoelen (nl)
- dooptuinen (nl)
- doorbander (nl)
- Doornikse as (nl)
- Doorniks vensters (nl)
- doorslagen (nl)
- dopbeitels (nl)
- doppen (afdekmiddel) (nl)
- Dordtse gevels (nl)
- Dorische Ordnung
- dormitoria (nl)
- dorsalen (wand) (nl)
- dorsvloeren (nl)
- Dortmuidse leien (nl)
- dosse (nl)
- draadklinken (nl)
- draagbalken (nl)
- draaghouten (nl)
- draagsteen (nl)
- draaibomen (deuronderdeel) (nl)
- draaibomen (spil) (nl)
- draaiers (nl)
- draaikaken (nl)
- Draht
- Drahtziegelgewebe
- Drechsler
- Drehriegel
- Drehzapfe
- Dreigelenkbinder
- Dreikwartier
- drielichtvensters (nl)
- drielingen (baksteen) (nl)
- drielingen (nagel) (nl)
- driepasbogen (nl)
- driepassen (nl)
- drievoudige kerkaanleg (nl)
- drijfborden (nl)
- drijfsteen (nl)
- drijfwerk (nl)
- drijfwerk (molen) (nl)
- Drobaks hout (nl)
- Drucklinie
- drukspanningen (nl)
- drukstaven (nl)
- druppels (bouwelement) (nl)
- dubbele deuren (nl)
- dubbele nagels (nl)
- dubbele schaafbeitels (nl)
- dubbel koor (nl)
- dubbelkruisvormige aanleg (nl)
- duikers (nagel) (nl)
- duikers (waterbouw) (nl)
- duimen (pen) (nl)
- duimen (steun) (nl)
- duim (lengtemaat) (nl)
- Duitse spanten (nl)
- duivengaten (nl)
- duivenslagen (nl)
- duiventillen (nl)
- duiventorens (nl)
- duizen (nl)
- duplexnagels (nl)
- duplexwoningen (nl)
- Durchdringung
- Durchschnitt
- duveljagers (nl)
- dwarsdelen (nl)
- dwarsgetuigd (nl)
- dwarshuizen (nl)
- dwarskoppen (nl)
- Early English style (nl)
- ebbenhout (nl)
- echini (nl)
- Eckblatt
- Eckstein
- Eclecticisme (nl)
- eerste stenen (nl)
- egsteen (nl)
- Eifeler blauwsteen (nl)
- eigenbouwers (nl)
- eikenhout (nl)
- Einfassung
- eingelassene Rinne
- eingeschnürt
- einlassen
- Einsasse
- Eisensandstein
- Elisabethstijl (nl)
- Elle (Einheit)
- ellen (hout) (nl)
- ellipsbogen (nl)
- elzenhout (nl)
- embrasures (nl)
- emplecton (nl)
- Emy spanten (nl)
- enfilades (nl)
- Engelse kozijnen (nl)
- Engelse spanten (nl)
- Engels verband (nl)
- engienen (nl)
- engoberen (baksteen) (nl)
- enkele nagels (nl)
- entases (nl)
- Entlastungsbogen
- entmanteln
- eolipilen (nl)
- epannelage (nl)
- epistelzijden (nl)
- Erdgeschoß
- eren (nl)
- erhöht
- Erkerfenster
- erren (nl)
- escarpes (nl)
- Escosijnse steen (nl)
- esdoornhout (nl)
- esonarthexen (nl)
- espeljes (nl)
- esplanaden (nl)
- essenhout (nl)
- Eßzimmer
- esterken (nl)
- estimaties (nl)
- estrikken (vloer) (nl)
- estrikken (vloertegel) (nl)
- etagegebinten (nl)
- euthynteriae (nl)
- evangeliezijden (nl)
- évasementen (nl)
- exedra's (nis) (nl)
- exedra's (zetel) (nl)
- ezelsrugbogen (nl)
- ezelstorens (nl)
- fabrieken (actor) (nl)
- fabrieken (organisatie) (nl)
- fabrieksambten (nl)
- façades (nl)
- Fach
- Fachwerk
- Fachwerkbau
- factorijgebouwen (nl)
- Faktorei
- Falconnier-steen (nl)
- faliekanten (nl)
- Fallgatter
- Fallgitter
- falzen
- Falznaht
- fanelen (nl)
- Farbe
- fasciae (nl)
- Fase
- Fassade
- Fassadenziegel
- faubourgs (nl)
- Federhobel
- Felderdecke
- Feldstein
- fenestella's (nl)
- fenêtre à terre (nl)
- Fensterbank
- fenstersguckers (nl)
- Fenstersproße
- fermetten (nl)
- fermoren (nl)
- festoenen (nl)
- fijnsmeden (nl)
- fitsen (scharnier) (nl)
- Fläche
- flache Schicht
- Flamboyant
- flankeren (activiteit) (nl)
- flankeren (fysiek kenmerk) (nl)
- Flaschenzug
- flatgebouwen (nl)
- flatwoningen (nl)
- Fledermausgaupe
- flensen (nl)
- Fliehberg
- flierbinten (nl)
- fliergebinten (nl)
- flieringzolders (nl)
- flierstijlen (nl)
- Fliesenboden
- Fliesenleger
- Fliesenwerk
- floersen (nl)
- Florentijnse vensterbogen (nl)
- Florentijns maaswerk (nl)
- Flößmarke
- Flügelfenster
- Flügeltür
- Flügeltür mit Wolfsrachen
- fluistergalerijen (nl)
- fluitgaten (nl)
- foelie (nl)
- Folluse steen (nl)
- Folterkammer
- fondaco's (nl)
- fooien (omgang) (nl)
- Format
- formelen (nl)
- formen (mal) (nl)
- formen (vensteronderdeel) (nl)
- formeretten (nl)
- fornuizen (nl)
- fortificeren (nl)
- fortressaseurs (nl)
- foyers (nl)
- fraiseringen (nl)
- franciscanen (nl)
- Frans balkons (nl)
- Franse kalksteen (nl)
- Franse orde (nl)
- Frederiksstads hout (nl)
- Freimaurer
- Friese pannen (nl)
- friezen (entablementonderdeel) (nl)
- frithstools (nl)
- Front
- frontispices (nl)
- frontons (bouwelement) (nl)
- Fugenrichtungspunkt
- Fugenschnitt
- Füllwerk
- fundamenten (nl)
- fundaties (nl)
- fundieren
- Fußblei
- futtern
- Futterwagenschoß
- gaand werk (nl)
- Gabelmaßwerk
- gadelsteen (nl)
- galerijen (wandelgang) (nl)
- galerijflats (nl)
- galerijwoningen (nl)
- galilea's (voorkerk) (nl)
- gangen (ruimte) (nl)
- Gardemanger
- gardemeubles (nl)
- garderobes (nl)
- Garenscheider steen (nl)
- gariten (nl)
- Gartenarchitektur
- gasterie (nl)
- gasthuizen (nl)
- gaufreren (persen) (nl)
- gebintbalken (nl)
- geblokt (nl)
- gebodenvensters (nl)
- gebogen daken (nl)
- gebonden binten (nl)
- gebonden stelsel (nl)
- geboortes (nl)
- gebrochener Stab
- gedetacheerd werken (nl)
- gedrukte spitsbogen (nl)
- geelgieters (nl)
- geelgieterswerk (nl)
- gefältet
- geflankeerd (nl)
- gefugtes Mauerwerk
- Gegengewicht
- gehengen (nl)
- gehoorzalen (gerechtszaal) (nl)
- gehoorzalen (leszaal) (nl)
- gekeperd (nl)
- gekken (nl)
- gekuppelt
- gelamileerd (nl)
- Geläute
- Gelders-Overijsselse gevels (nl)
- gelijkzijdige spitsbogen (nl)
- gelinden (nl)
- geloy (nl)
- gemaktorens (nl)
- gemeenlandshuizen (nl)
- gemeentehuizen (nl)
- gemene muren (nl)
- Geometrie
- gereduceerd westwerken (nl)
- Gericht
- geriemden (nl)
- Gerüstbau
- Geschäftshaus
- Geschlechterturm
- geschuppt
- geslepen stenen (nl)
- gespannen (dakonderdeel) (nl)
- gespleten voluten (nl)
- getijdenmolens (nl)
- getoogd (nl)
- getoogd (activiteit) (nl)
- getrapte wegen (nl)
- getrifolied (nl)
- getto's (nl)
- gevelankers (nl)
- gevelborden (nl)
- gevelpannen (nl)
- gevelsteenornamenten (nl)
- gevelstenen (nl)
- gewelfbeschotten (nl)
- gewelfhouten (nokrib) (nl)
- gewelfhouten (verbinding) (nl)
- gewelfkappen (nl)
- gewelfribben (nl)
- gewelfschotels (nl)
- gewelfurnen (nl)
- gewelfvelden (nl)
- gewelven (nl)
- gewengen (nl)
- gewicht (maateenheid) (nl)
- Gewichtsschnur
- gewonden (nl)
- gezähnte Mauerflechtung
- Ghisekenhout (nl)
- Giebelbinder
- Giebelhaken
- Giebelschwelle
- Gildehauser steen (nl)
- gildeproeven (nl)
- gipsen
- gipsplaatnagels (nl)
- gipsplaten (nl)
- Gitterwerk
- glacissen (afzaat) (nl)
- glasgaten (nl)
- glashouten (nl)
- glaslatten (nl)
- Glasmaler
- glasramen (nl)
- glasschrijvers (nl)
- glasvensters (nl)
- glaszetters (nl)
- glazennagels (nl)
- glopen (nl)
- gloriettes (nl)
- Gobertanger steen (nl)
- Godsch hout (nl)
- godshuizen (nl)
- Goldene Schnitt
- golfplaatnagels (nl)
- golfplaten (nl)
- golf (tasvak) (nl)
- gootbeugels (nl)
- gootijzers (staven) (nl)
- gootklampen (nl)
- gootmakers (nl)
- gootpijpen (nl)
- gootstenen (nl)
- gootstenen (steen) (nl)
- gordelbogen (nl)
- gordijnbogen (nl)
- Gordijnstijl (nl)
- gordingenkappen (nl)
- gordingen (koppeling) (nl)
- gordingen (vliering) (nl)
- goten (uitholling) (nl)
- Gotik
- Gotlandse steen (nl)
- Goudse stenen (nl)
- graanzolders (nl)
- graatgewelven (nl)
- grachten (nl)
- grachtenhuizen (nl)
- grafnissen (nl)
- Granatapfel
- grancia's (nl)
- Gran (Einheit)
- graniet (hardsteen) (nl)
- Gratbalken
- graten (gewelf) (nl)
- graten (trede) (nl)
- grauacke (nl)
- grauwen (nl)
- grauwwerk (nl)
- graveren (nl)
- grein (lengtemaat) (nl)
- grendels (gereedschap) (nl)
- grendelsloten (nl)
- grendels (schuif) (nl)
- grenenhout (nl)
- grensstenen (nl)
- griechische Baukunst
- grofschilders (nl)
- grofsmeden (nl)
- grondbogen (nl)
- Grottenwerk
- gruis (nl)
- gruizen (nl)
- gulpannen (nl)
- guttae (nl)
- gutta percha (nl)
- haaghuizen (nl)
- haaieinden (nl)
- haaien (afschuren) (nl)
- haaks (abstract begrip) (nl)
- haakstenen (blok) (nl)
- haardgewelven (nl)
- haardplaathouders (nl)
- haardpotten (nl)
- Hagioskope
- haijen (nl)
- hakmessen (nl)
- Halbhochkeller
- Halbkuppel
- Halbsäule
- halfsteens verband (nl)
- hallen (nl)
- Hallenhaus
- halsen (gevelonderdeel) (nl)
- halsen (zuilschachtdeel) (nl)
- halsgevels (nl)
- halshouten (nl)
- halvemanen (gewelf) (nl)
- Hamburger hout (nl)
- hameien (brugonderdeel) (nl)
- hameien (slagboom) (nl)
- hamerarduin (nl)
- Hamerpannen (nl)
- hamers (nl)
- handgrepen (nl)
- Handgriff
- Handlanger
- handlangern
- Handrad Schwenkrad
- handspaken (nl)
- hangbogen (nl)
- Hängeplatte
- Hängesäule
- hanggoten (nl)
- hangkoepelgewelven (nl)
- hangkoepels (nl)
- hangpompen (nl)
- hangwrakken (nl)
- hangzolders (galerij) (nl)
- hangzolders (zolder) (nl)
- harde daken (nl)
- hardwerk (nl)
- harpstukken (nl)
- harpuis (nl)
- harren (nl)
- harsen (nl)
- hart op hart (nl)
- haspelbanden (nl)
- haspelkozijnen (nl)
- Hasselts hout (nl)
- Hattemer stenen (nl)
- Haue (Werkzeug)
- Hauptwache
- Hausmarke
- Hausteine
- Hebeanker
- Heberad
- hechtbanden (nl)
- heerpoysen (nl)
- Heilige-Geesthuis (nl)
- heilige linies (nl)
- Heilig-Grafkerken (nl)
- heirepen (nl)
- heiwerk (nl)
- hekken (nl)
- hekpijlers (nl)
- hekwerken (nl)
- Helderpannen (nl)
- herenhuizen (nl)
- herenkamers (boerenhuis) (nl)
- herenkamers (woonhuis) (nl)
- hers (nl)
- Hessisch glas (nl)
- hielen (schuinvlak) (nl)
- hiellijsten (nl)
- hielojiefven (nl)
- hijskasten (nl)
- hilden (nl)
- Hildesheimer pannen (nl)
- Hinterbalken
- hinterer Giebelbalken
- Hinterhaus
- Hinterzimmer
- Hißtau
- Hochhaus
- Hochparterre
- Hochzimmer
- hoefijzerbogen (nl)
- hoekhuizen (nl)
- hoekkettingen (nl)
- hoektorens (nl)
- hoekverband (nl)
- hoerenjongen (nl)
- hoet (nl)
- hofjes (nl)
- Hoge Barok (nl)
- hol (nl)
- hol en dol (nl)
- holensteinen (nl)
- Hollandse renaissance (nl)
- Hollands spanten (nl)
- hollatten (nl)
- holschier (nl)
- Holzbau
- Holzgerüst
- Holzhof
- Holzmehl
- hoofdgestel (nl)
- hoofdkoren (nl)
- hooibergen (nl)
- hooimuren (nl)
- hoopwerk (nl)
- Horchkammer
- hordemakers (nl)
- hordijs (nl)
- horlogieën (nl)
- hotels (horecagebouw) (nl)
- hotels (stadhuis) (nl)
- houbeitels (nl)
- houdanen (nl)
- houhamers (nl)
- hout (nl)
- houtdraadbouten (nl)
- houten tongewelven (nl)
- houtschilderen (nl)
- houtsnijders (nl)
- houtverbindingen (nl)
- houtwaren (nl)
- houtwolplaten (nl)
- houvasten (nl)
- huifbinten (nl)
- huiskerken (nl)
- huiszittenhuizen (nl)
- huiven (gewelfonderdeel) (nl)
- Hürde
- Hütte
- hutten (bouwwerk) (nl)
- hydraulisch
- Hynckelzandsteen (nl)
- hypocausta (nl)
- hypogea (nl)
- hypotrachelionnen (nl)
- iconische kapitelen (nl)
- iconostasissen (nl)
- iepenhout (nl)
- ijzer (nl)
- ijzerarduin (nl)
- ijzermalig (nl)
- ijzerwerk (nl)
- imbrex (nl)
- impannata's (nl)
- imperial (nl)
- impluvia (nl)
- inbalken (nl)
- inboeten (nl)
- incrustatie (uitholling) (nl)
- infirmeria (nl)
- ingebonden (nl)
- in het lood (nl)
- inkepen (nl)
- inkuilen (nl)
- inleglijsten (nl)
- Innenhof
- Innenmauer
- Innenwand aus Latten und Stuck
- inneres Zimmer
- inrijdeuren (nl)
- inscharen (nl)
- insnijdend (nl)
- intercolumnia (nl)
- interieurkunst (nl)
- interieurs (bouwonderdeel) (nl)
- intogen (nl)
- inversies (nl)
- Ionische Säulenordnung
- Isabellastijl (nl)
- isodomon (nl)
- isolatiematerialen (nl)
- ispenhout (nl)
- Italiaanse Renaissance (nl)
- jaartalankers (nl)
- jaartalstenen (nl)
- jachtschoren (nl)
- jachtsloten (nl)
- jagershuizen (nl)
- jentwerk (nl)
- Jeruzalemkapellen (nl)
- Jessevensters (nl)
- Jezuïetenstijl (nl)
- Jossonpannen (nl)
- jufferbalken (nl)
- Jugendstil
- Jungferdach
- kaaistukken (nl)
- kaarten (ontwerptekening) (nl)
- kachels (nl)
- kaeffarten (nl)
- Kaffsims
- kalamine (nl)
- kalkbranders (nl)
- Kalke
- kalken (nl)
- kalkkuilen (nl)
- Kalksinter (nl)
- kalkzandsteen (nl)
- kalotten (gewelf) (nl)
- kamelotten (nl)
- kameneien (schoorsteen) (nl)
- kamerdeursloten (nl)
- kamerhout (nl)
- kamers (huisje) (nl)
- kamers (vertrek) (nl)
- Kamineisen
- Kamme
- Kammer
- Kandelaber
- kaneleren (nl)
- kanneliert
- Kannelierung
- kanteldeuren (nl)
- kantelen (borstwering) (nl)
- kantelen (gevelonderdeel) (nl)
- kantélingen (borstwering) (nl)
- kantélingen (trapgevelonderdeel) (nl)
- kantelramen (nl)
- kanters (nl)
- kanthouten (nl)
- kantig
- kantoniert
- kantonneren (nl)
- kantschuiven (nl)
- kapbinten (nl)
- kapellen (gebouw) (nl)
- Kapellenkranz
- kapellen (profielen) (nl)
- kapelletjes (nl)
- kapementen (nl)
- kapittelhuizen (nl)
- kapittelkerken (nl)
- kapittelscholen (nl)
- kappen (daken) (nl)
- kapraven (nl)
- kapzolders (nl)
- kariatiden (nl)
- karmelieten (nl)
- kartierborden (nl)
- kartieren (nl)
- kartuizers (nl)
- Kartusche
- kasementen (nl)
- kassen (nl)
- kastdeursloten (nl)
- kasten (meubilair) (nl)
- kathedraalglas (nl)
- kathedraalslag (nl)
- kathedralen (nl)
- katten (galerij) (nl)
- katten (geschutopstelling) (nl)
- kegelgewelven (nl)
- Kehlbalkenunterzug
- Kehle
- Kehlleiste
- Kehlsparre
- keitjesvloeren (nl)
- keizerzalen (nl)
- kelderkamers (nl)
- kelderkeukens (nl)
- kelderwoningen (nl)
- kelen (verdedigingswerk) (nl)
- kemenaden (nl)
- Kempense gotiek (nl)
- keperbogen (nl)
- keperfriezen (nl)
- keperlagen (nl)
- keperverband (nl)
- keperwerk (nl)
- keppels (nl)
- kerfspijkers (nl)
- kerken (nl)
- kerkforten (nl)
- kerkhofkapellen (nl)
- kerkleien (nl)
- kerkringen (nl)
- kerkscheepjes (nl)
- kerkschuren (nl)
- kerktorens (nl)
- kernhout (nl)
- Kettenanker
- Kettenlinie
- kettingbogen (nl)
- kettingverbanden (nl)
- Keulse goten (nl)
- keurhuizen (nl)
- keuvelens (nl)
- kielbogen (nl)
- kiellagen (nl)
- Kies
- kijkgaten (nl)
- kijk-uiten (dakvenster) (nl)
- kijk-uiten (getralied venster) (nl)
- kikkertjes (nl)
- Kippflügel
- Kistenmacher
- kistluiken (nl)
- kladschilders (nl)
- klampplanken (nl)
- klangen (nl)
- klankpotten (nl)
- Klappfenster
- Klappflügelfenster
- klauwen (balusters) (nl)
- klauwstukken (nl)
- kleedhouten (beschot) (nl)
- kleedhouten (dakonderdeel) (nl)
- kleien (nl)
- kleinstekers (nl)
- Klemperer
- kletswelften (nl)
- klezoorverband (nl)
- klezoren (nl)
- klimmende bogen (nl)
- klimmende gewelven (nl)
- Klinkbolzen
- klinklichters (nl)
- Klinknase
- klinksloten (nl)
- klinkstellen (nl)
- kliphouten (nl)
- Klobenhange
- Klobenstein
- klokkenhuizen (nl)
- klokkentorens (nl)
- klokkenzolders (nl)
- klokojieven (nl)
- klokpannen (nl)
- kloostergewelven (nl)
- kloosterkozijnen (nl)
- kloostermop (nl)
- kloostersponningen (nl)
- klossen (blokje) (nl)
- kluitkalk (nl)
- kluizen (gewelf) (nl)
- knaarhout (nl)
- kniespanten (nl)
- knijpdelen (nl)
- knikbogen (nl)
- knikpannen (nl)
- knippen (nl)
- knopen (gewelf) (nl)
- knopkapitelen (nl)
- knorren (kapiteelonderdeel) (nl)
- knorrenkapitelen (nl)
- knorren (kraagsteen) (nl)
- Knotensäule
- koepeldaken (nl)
- koepelgewelven (nl)
- Koerlands hout (nl)
- koevoeten (soldeerbout) (nl)
- koevoeten (staaf) (nl)
- koffiekamers (nl)
- kogelovens (nl)
- kokergaten (nl)
- kokers (bouwelement) (nl)
- kokers (standerd) (nl)
- kokerstijlen (nl)
- Kolonnade
- Kolossale orde (nl)
- kolven (nl)
- kompassen (versiermotief) (nl)
- Kompositordnung
- Königssaal
- Koningsbergs hout (nl)
- Konstruktivismus
- koolbladkapitelen (nl)
- koopmanswoningen (nl)
- kooromgangen (nl)
- koortraveeën (nl)
- kopbalken (nl)
- kopbalkgebinten (nl)
- kop- en staartdelen (nl)
- kopersslagers (nl)
- Koperwijks hout (nl)
- koppelijzers (nl)
- koppelribben (nl)
- koppen (baksteen) (nl)
- koppenlagen (nl)
- koppenverband (nl)
- kopshout (nl)
- korbeelstellen (nl)
- korbelen (nl)
- korfbogen (nl)
- Korinthische (Säulen)ordnung
- kornissen (nl)
- Kornmessershaus
- korven (kraagsteen) (nl)
- koven (vlak) (nl)
- kozijnankers (nl)
- kraagstenen (nl)
- kraalschroten (nl)
- kralen (gootonderdeel) (nl)
- kralen (profielen) (nl)
- kramerijen (nl)
- Kratzputz
- kreupel (nl)
- kreupele trappen (nl)
- Kreuzfenster
- Kreuzrahmen
- Kreuzschiff
- Kreuzstrebe Schwertung
- krimpen (gewelf) (nl)
- krollen (nl)
- Krönung
- kroonlijsten (hoofdgestel) (nl)
- kropgoten (nl)
- kruien (draaien) (nl)
- kruinen (gewelf) (nl)
- kruinribben (nl)
- kruinstijlen (nl)
- kruip (nl)
- kruisbalken (nl)
- kruisbloemen (nl)
- kruisgespannen (nl)
- kruisgewelven (nl)
- kruishouten (gereedschap) (nl)
- kruisingspijlers (nl)
- kruiskerken (nl)
- kruispannen (nl)
- kruisribgewelven (nl)
- kruissteen (nl)
- kruisverband (nl)
- kruivloeren (nl)
- kruiwagens (nl)
- krumme Säule
- Krummholzbinder
- kubbingen (nl)
- Küche
- Kugelfries
- kuikenboren (nl)
- kuikens (nl)
- kuipbemetseling (nl)
- Kunrader steen (nl)
- kunstlood (nl)
- kunstzandsteen (nl)
- Kupferdraht
- Kuppelturm
- kussenkapitelen (nl)
- kwart (nl)
- kwarthol (nl)
- kwartrond (nl)
- kwellatten (nl)
- kwibussen (nl)
- Labrador (nl)
- ladderhaken (nl)
- Ladentisch
- lagen (nl)
- Lagerspeicher
- Laienbrüdergang
- laiterieën (nl)
- lambelen (nl)
- lambriseren (nl)
- lamineren (nl)
- lampetten (nl)
- lancetbogen (nl)
- lancetvensters (nl)
- Landhaus
- landmeters (nl)
- Langesonts hout (nl)
- langsgebinten (nl)
- langshout (nl)
- Längsschnitt
- Längsverband
- lantaarnarmen (nl)
- lantaarns (nl)
- lasnagels (nl)
- latijzers (nl)
- lauben (nl)
- Laufbrücke
- laurae (nl)
- lavetten (nl)
- lazuur (nl)
- Lebensbaum
- lectoriums (nl)
- ledikanten (nl)
- leemplekkers (nl)
- Lehm
- leibedekking (nl)
- leibinten (nl)
- Leibung
- leidaken (nl)
- leidekkers (nl)
- Leidse stenen (nl)
- leien (nl)
- leien van Fumay (nl)
- leihaken (nl)
- leinagels (nl)
- Lekstenen (nl)
- lemen (nl)
- lenden (nl)
- Lenôtrestijl (nl)
- lensliggers (nl)
- lepen (nl)
- Lesegang
- leshuizen (nl)
- lessenaarsdaken (nl)
- Lettens hout (nl)
- Lettner
- leuben (nl)
- leugenbalken (nl)
- Leurad
- Lichtdruck
- Lichtgarden
- Lichtnische
- liegender Stuhl
- liernes (nl)
- liezen (nl)
- liggers (constructie-element) (nl)
- liggers (molensteen) (nl)
- lijn (nl)
- lijsten (rand) (nl)
- lijstgevels (nl)
- lijstgoten (nl)
- lijstwerk (nl)
- lintvoegen (nl)
- lintzagen (nl)
- liplassen (nl)
- lisenen (nl)
- Livens hout (nl)
- lobben (nl)
- Loch
- locutoria (nl)
- loeien (nl)
- lofwerk (nl)
- loges (theateronderdeel) (nl)
- loksnoeren (nl)
- loodsmeesters (nl)
- loodzolders (nl)
- loofhout (nl)
- loop (nl)
- loopdeuren (nl)
- looplijn (nl)
- Loos (kalksteen) (nl)
- lopers (sleutel) (nl)
- Lucas IJsbrandspannen (nl)
- luchtbogen (nl)
- luchtbruggen (houtverbinding) (nl)
- luchthekken (nl)
- Ludovicipannen (nl)
- luifels (nl)
- luiken (nl)
- Luikse kalk (nl)
- Luiks hout (nl)
- luistokken (nl)
- luizolders (nl)
- lummelbouten (nl)
- lurlingen (nl)
- Lutma-ornamenten (nl)
- maaiveld (nl)
- maalgen (nl)
- Maarten (lei) (nl)
- Maasdaken (nl)
- Maasdekking (nl)
- Maashout (nl)
- Maaskapitelen (nl)
- maaswerken (nl)
- maatselrie (nl)
- maatsen (nl)
- maatsteen (nl)
- mahoniehout (nl)
- Mainzandsteen (nl)
- maisonettes (nl)
- malder (nl)
- maliënmotieven (nl)
- maljenierswaren (nl)
- manoirs (nl)
- mansardedaken (nl)
- mantelbretten (nl)
- mantelstijlen (nl)
- Manuelinik
- Mariakronen (gewelf) (nl)
- markiezen (afdak) (nl)
- markthallen (nl)
- Marktkreuz
- marmeren (nl)
- Marseiler vorsten (nl)
- Martellotorens (nl)
- martyria (nl)
- mascarons (nl)
- mastgoten (nl)
- matronikonen (nl)
- Mauerbekleidung
- Mauerlatte
- mauern
- Mauerwerk zum Verputzen
- medaillons (decoratie) (nl)
- meesterbanden (nl)
- meesters (nl)
- meestoven (nl)
- megaronen (nl)
- Mehrhoog (pan van) (nl)
- meißeln
- Meisterkwartier
- meloengewelven (nl)
- memoriestenen (nl)
- mergelwerkers (nl)
- messing (nl)
- metopen (nl)
- metropolitaankerken (nl)
- metselaars (nl)
- metseldraden (nl)
- metselmozaïek (nl)
- metselprofielen (nl)
- metseltekens (nl)
- metselverbanden (nl)
- metselwerk (nl)
- metshamers (nl)
- Meyenburgs hout (nl)
- middelhouten (nl)
- middelnagels (nl)
- middenrisalieten (nl)
- middenschip (gebouwonderdeel) (nl)
- Mietwohnung
- mischen
- misericorden (religieus gebouw) (nl)
- misericorden (zitsteun) (nl)
- mispelhout (nl)
- mitennagels (nl)
- moduli (nl)
- moeren (nl)
- moestuinmuren (nl)
- moeven (nl)
- molasse (nl)
- molentorens (nl)
- monelen (nl)
- monetten (nl)
- monier (nl)
- monniken en nonnen (nl)
- monniken (pilaar) (nl)
- monoliet (nl)
- montjoyes (banpaal) (nl)
- montjoyes (kapelletje) (nl)
- monumenten (nl)
- moosgaten (nl)
- mop (nl)
- Morley (nl)
- morlionen (nl)
- mortelmakers (nl)
- mortelmolens (nl)
- Mozarabische bouwkunst (nl)
- mud (nl)
- Mudéjarstijl (nl)
- Mühlenbauer
- muizentanden (nl)
- muldenpannen (nl)
- Munstersteen (nl)
- muraalbogen (nl)
- Mutterkirche
- mutuli (nl)
- muziekkoepels (nl)
- muziektenten (nl)
- naaien (spijkeren) (nl)
- naalden (aanslaglijst) (nl)
- naalden (nokrib) (nl)
- naaldhout (nl)
- naaldspitsen (nl)
- Naams hout (nl)
- nackt
- nagalmen (nl)
- nagels (bevestigingsmiddel) (nl)
- Napoleon (nl)
- Nebenzimmer
- Necker hout (nl)
- neerzalen (nl)
- neggen (nl)
- neggenblokken (nl)
- Neoclassicisme (nl)
- Neogrec (nl)
- Nerva-hout (nl)
- netgewelven (nl)
- netvormig verband (nl)
- Neugotik
- neutdrempels (nl)
- Niete
- nisgraven (nl)
- nissen (uitsparing) (nl)
- noir de Mazy (nl)
- nokribben (nl)
- noodkappen (nl)
- noordsch hout (nl)
- Noords verband (nl)
- normalisaties (nl)
- Normandische gewelven (nl)
- notenhout (nl)
- noviciaten (nl)
- nuraghi's (nl)
- Nute
- Nut und Feder
- obelisken (nl)
- Oberbau
- Oberhaus
- oculus (venster) (nl)
- Oegstgeester pannen (nl)
- oeil-de-boeufs (nl)
- ogiefbinten (nl)
- ogiefstijlen (nl)
- ogivalen (nl)
- ogives (gewelfrib) (nl)
- ogives (wandregels) (nl)
- oker (nl)
- okselbanden (nl)
- Ölandsteen (nl)
- oliën (nl)
- omgangen (nl)
- omsteken (nl)
- onderaannemers (nl)
- onderhuizen (nl)
- ondermeesters (nl)
- onderpannen (nl)
- onderschotten (nl)
- onderspannen balk (nl)
- ontzet (nl)
- oordjesnagels (nl)
- oorgaten (nl)
- oosters hout (nl)
- openbare ruimten (nl)
- openslaande ramen (nl)
- operagebouwen (nl)
- opgelegd werken (nl)
- opleiders (geul) (nl)
- opmetingen (nl)
- oprellen (vestingbouw) (nl)
- opritten (nl)
- opsettels (nl)
- opspannen (nl)
- opsteken (nl)
- optreden (nl)
- opus (nl)
- opus incertum (nl)
- opus mixtum (nl)
- opus quadratum (nl)
- opvijzelen (nl)
- opzetwiggen (nl)
- orchestrae (nl)
- ordenboeken (nl)
- Ordnung
- Orgelempore
- Orientierung
- ornamentvorsten (nl)
- orten (nl)
- Ortsbild
- Ottoonse bouwkunst (nl)
- Oudduitse dekking (nl)
- ouradours (nl)
- ouroborossen (nl)
- oval
- ovens (bouwwerk) (nl)
- over de hand metselen (nl)
- overhoeks (nl)
- overhoekse muizentanden (nl)
- overkluizen (nl)
- overlopen (trappen) (nl)
- overpannen (nl)
- overslagen (slot) (nl)
- overwelven (nl)
- oziedrop (nl)
- paalbalken (nl)
- paddestoelvloeren (nl)
- palaestrae (nl)
- Palassaal
- palazzo's (nl)
- palissander (nl)
- Palladiostijl (nl)
- palmen (nl)
- palmetten (nl)
- palmgewelven (nl)
- palmhout (nl)
- Paltrock(wind)mühle
- paltsen (nl)
- panieksluiting (nl)
- panijzers (nl)
- panopticums (nl)
- pantheons (nl)
- papegaaibekken (nl)
- papegaaibekken (schaaf) (nl)
- papenstenen (nl)
- papierstuc (nl)
- parabolische bogen (nl)
- Parade
- paradijzen (nl)
- paraninfo's (nl)
- parchammen (nl)
- parclosen (nl)
- parementen (muurbekleding) (nl)
- pareren (nl)
- parketten (nl)
- Parler
- parterres (nl)
- pasadizo's (nl)
- paslagen (nl)
- passen (nl)
- pastorieën (nl)
- patentroeden (nl)
- patijts (nl)
- patioblokken (nl)
- patio's (nl)
- patriarchaal kruizen (nl)
- Patrizierhaus
- patronen (nl)
- payment (nl)
- Pechnase
- peerkralen (nl)
- peerringen (nl)
- peerspitsdaken (nl)
- peggen (nl)
- pekken (nl)
- peluwhouten (nl)
- pendelstijlen (nl)
- pendentieven (nl)
- pen-en-gatverbinding (nl)
- pensélen (nl)
- peripteros (nl)
- peristylen (nl)
- Pernausch hout (nl)
- perpecanes (nl)
- Perpendicular style (nl)
- perpeynen (nl)
- perrons (nl)
- Pfahlwohnung
- Pfette
- Pflock
- Pfosten (Ständer)
- Pfühl
- philierstijlen (nl)
- Pickhammer
- pietermannen (nl)
- pietra rasa (nl)
- pijlen (gewelf) (nl)
- pijlers (nl)
- pijnappels (nl)
- pijpsleutels (nl)
- pijpstaven (nl)
- piketten (nl)
- pilaren (nl)
- pilastergevels (nl)
- pilasters (nl)
- pilasterstrippen (nl)
- pilotages (nl)
- Pilzkapitell
- pinacotheken (nl)
- pinakels (nl)
- pinsélen (nl)
- piroenen (nl)
- piscinen (nl)
- pitchpine (nl)
- Plafond plafond (nl)
- plafonneren (nl)
- plafonneurs (nl)
- Plagge
- plaggen (nl)
- plakwerk (nl)
- plansieren (nl)
- plansiergoten (nl)
- Platerescostijl (nl)
- platgoed (nl)
- platstukken (nl)
- platte lagen (nl)
- platvol voegen (nl)
- plaveien (activiteit) (nl)
- plaveien (tegel) (nl)
- plavuizen (nl)
- plenken (nl)
- Pleymuidze leien (nl)
- plintbanden (nl)
- plombees (nl)
- plooiplaten (nl)
- pluggen (nl)
- plugijzers (nl)
- pokhout (nl)
- polijsten (nl)
- Polonceaustuhl
- pompmakers (nl)
- poortdeuren (nl)
- pootbalken (nl)
- pootgebinten (nl)
- pootstijlen (nl)
- popelen (nl)
- Porphyr
- porringen (gewelf) (nl)
- portaalwangen (nl)
- porte-brisée (nl)
- Portiersloge
- portlanden (nl)
- Portor (nl)
- potscheuren (nl)
- Pouillenay (nl)
- praetoria (nl)
- preekkerken (nl)
- premonstratenzers (nl)
- presbyteria (nl)
- prestaties (nl)
- prijsvraag (nl)
- principia's (nl)
- profielen (nl)
- profielstalen (nl)
- profileren (nl)
- projecties (nl)
- Propyläen
- prostylos (nl)
- Proszenium
- proveniershuizen (nl)
- Pruis hout (nl)
- Pruisse deel (nl)
- pseudobasilieken (nl)
- pseudodipteros (nl)
- pseudogewelven (nl)
- pseudotransepten (nl)
- pulpitums (nl)
- pumelen (nl)
- Punktlast
- punten (nl)
- purgatoria (nl)
- putgalgen (nl)
- pylonen (nl)
- Quabbeornament
- quackpannen (nl)
- Quadratur
- quartieren (nl)
- quer
- Querflügel
- Querlatte
- raamdorpelstenen (nl)
- raamgewichten (nl)
- raamhoeken (nl)
- raamschaatshaken (nl)
- raamscharen (nl)
- raamwerkliggers (nl)
- rachters (nl)
- Rachwitzer zandsteen (nl)
- Radarme
- Radfenster
- radiaalstenen (nl)
- radiatoren (nl)
- ragementen (nl)
- rameaux (nl)
- ramen (bouwelement) (nl)
- Rammblock
- rammelschijven (nl)
- Rammgerüst
- rampen (opgang) (nl)
- randslag (nl)
- Randstreifen
- rankwerken (nl)
- rasphuizen (nl)
- rasterhekken (nl)
- ratelschelig (nl)
- Rathaus
- Rauchrohrbüchse
- Raumform
- raveelhouten (nl)
- ravélen (nl)
- ravelingen (nl)
- ravengaten (nl)
- Rayonnant (nl)
- rechthuizen (nl)
- rechtstanden (nl)
- redenten (nl)
- redouten (nl)
- refters (nl)
- regels (lat) (nl)
- regenwaterbakken (nl)
- regulae (nl)
- Reif
- rekhout (nl)
- Rekonstruktion
- renovieren
- Residenz
- restauratie (nl)
- restaurieren
- reticulata (nl)
- retirades (nl)
- revels (nl)
- revels hout (nl)
- réverbères (nl)
- revêteren (nl)
- revolutiebouw (nl)
- reyhieren (nl)
- rez-de-chaussées (nl)
- ribbenregeling (nl)
- ribgewelven (nl)
- richelen (nl)
- richten (nl)
- richtmeien (nl)
- richtslagen (nl)
- riegeln
- rietdaken (nl)
- rietdekkers (nl)
- rietdekkersgereedschap (nl)
- rietplanknagels (nl)
- Rigaas hout (nl)
- rijksbouwmeesters (nl)
- Rijndekking (nl)
- Rijnse leien (nl)
- Rijns hout (nl)
- rijschalen (nl)
- rijsten (dakleien) (nl)
- ringellatten (nl)
- ringgewelfgewelven (nl)
- ringgewelven (nl)
- Ringkruft
- ringmuren (nl)
- ringnagels (nl)
- Rinnenboden
- Rinnenhalter
- rioleringen (nl)
- risalieten (nl)
- rocailles (nl)
- rocailleurs (nl)
- roden (nl)
- roede (lengtemaat) (nl)
- roest (nl)
- roeven (dakonderdeel) (nl)
- roffelen (nl)
- roggestro (nl)
- Rollenfries
- Rolltreppe
- rolwerk (nl)
- Romano-Gotiek (nl)
- Romantiek (nl)
- rondbogen (nl)
- rondhoofden (nl)
- rondjes (nl)
- rongen (nl)
- roodolmig (nl)
- rooihaken (nl)
- rooimeesters (nl)
- rookhuizen (nl)
- rookluiken (nl)
- rookvangen (nl)
- Roomse trappen (nl)
- roosvensters (nl)
- rooswinkels (nl)
- rosé aurore (nl)
- roseren (nl)
- rostra (nl)
- rot (nl)
- rota's (nl)
- Rotterdamse paalfunderingen (nl)
- Rotterdams glas (nl)
- rouge griotte (nl)
- rousteen (nl)
- rozetankers (nl)
- rozetten (nl)
- ruberoïd (nl)
- ruimten (nl)
- ruiten (vensteronderdeel) (nl)
- Rundfenster
- Rundholz
- Rupelmondse stenen (nl)
- rustica (nl)
- rustiekwerk (nl)
- Rüstloch
- ruwaar (nl)
- ruwbouw (nl)
- sacraria (nl)
- Säger
- Saint-Anne (nl)
- Saint-Joire (nl)
- Saint-Leu dEsserent (nl)
- Saint-Maximin (nl)
- Saint-Pierre Aigle (nl)
- sala terrena's (nl)
- Salcomse leien (nl)
- Salomonszuilen (nl)
- sambranden (nl)
- samengestelde balken (nl)
- sanctuaria (nl)
- santewaryden (nl)
- sasywerken (nl)
- Sattelbalken
- Säulenbasilika
- Säulenbuch
- scafting (nl)
- scagliola (nl)
- scènes (nl)
- schaafjes (nl)
- schaaldaken (nl)
- schaften (gewelfribdeel) (nl)
- schakeling (nl)
- Schalenwand
- schaliën (steen) (nl)
- Schallbrett
- Schallloch
- schampelioenen (nl)
- schampgoten (nl)
- schamppalen (nl)
- schapraaien (nl)
- scharnierbeitels (nl)
- scharnierhollen (nl)
- scharrieren
- schathuizen (nl)
- Schatzkammer
- Schaufel (Wasserrad)
- Schaufenster
- Schauseite
- Schauzimmer
- schavotten (strafwerktuig) (nl)
- scheerboogbinten (nl)
- scheerboogstijlen (nl)
- scheerspruiten (nl)
- scheerwerk (nl)
- Scheidbogen
- scheidelmuren (nl)
- Scheldegotik
- schelpversieringen (nl)
- schenkels (gewelf) (nl)
- scheppend hol (nl)
- scherven (las) (nl)
- schetsplaten (nl)
- Schicht hochgestellten Ziegeln
- Schiebetür
- Schießscharte
- schieters (slotonderdeel) (nl)
- schieters (staaf) (nl)
- Schiff
- schiften (nl)
- schiftlagen (nl)
- schijntribunes (nl)
- schijnvoegen (nl)
- schildbogen (nl)
- schilddaken (nl)
- Schilderhaus
- schilderwerk (nl)
- schildmuren (nl)
- schildramingen (nl)
- Schindeldeckung
- schindelen (nl)
- schinkelen (nl)
- schipplanken (nl)
- Schlosser
- schmales Brett
- Schnittfugen
- schoffeyen (nl)
- schofhekken (nl)
- schofvensters (nl)
- scholen (nl)
- schooflatten (nl)
- schooien (nl)
- Schoons hout (nl)
- schoorsteenankers (nl)
- schoorsteenboezems (nl)
- schoorsteenborden (nl)
- schoorsteenleggers (nl)
- schoorsteenpijpen (nl)
- schoorsteenravelingen (nl)
- schoorsteenstoelen (nl)
- schoorsteenwangen (nl)
- schoorstenen (nl)
- schoorwerk (nl)
- schootsteen (nl)
- schoperen (nl)
- schorren (tegel) (nl)
- schortjesarchitectuur (nl)
- schoten (uitbuiging) (nl)
- schotspijkers (nl)
- Schots werk (nl)
- Schottenkloosters (nl)
- schouwbalken (nl)
- schouwmantels (nl)
- schouwwangen (nl)
- schräger Nagel
- schräg zulaufen
- schresbanden (nl)
- schrijfkamers (nl)
- schrijven (nl)
- schroefgewelven (nl)
- schroefnagels (nl)
- schroeven (pen) (nl)
- schubvorsten (nl)
- schuddemantels (nl)
- schuifkozijnen (nl)
- schuiframen (nl)
- schuilkerken (nl)
- Schule der Baukunst
- schulpboren (nl)
- Schulterwinkel
- Schuppenschablonendach
- schuthuizen (nl)
- schutsels (nl)
- schuttersdoelen (nl)
- schweifen
- Sechskant
- seendkamers (nl)
- sefrein (nl)
- segmentbogen (nl)
- Sehschlitz
- Seitenschiffsempore
- Seitenwand
- Semaphor
- sement (nl)
- serliana's (nl)
- serpentino (nl)
- seventaeren (nl)
- Siegwart-vloeren (nl)
- sierankers (nl)
- siergevels (nl)
- siermestelwerk (nl)
- siermetselwerk (nl)
- sikkelspanten (nl)
- Sima
- Singi hout (nl)
- sinopieën (nl)
- sinteren (nl)
- sinterkoppen (nl)
- Sitzungszimmer
- sjabloonlioenen (nl)
- sjouwersmannen (nl)
- slagbomen (nl)
- slagluiken (nl)
- slangenboren (nl)
- slangenstenen (nl)
- slechten (afwerken) (nl)
- sleden (balk) (nl)
- slekken (nl)
- sleutelgaten (nl)
- sleutels (nl)
- slijen (nl)
- slingertreden (nl)
- slippen (nl)
- slobgaten (nl)
- slotbouten (nl)
- sloten (afsluitingmiddel) (nl)
- sluipers (nagel) (nl)
- sluithaken (nl)
- sluitingen (nl)
- sluitstaven (nl)
- sluitstenen (boog) (nl)
- sluitstukken (nl)
- slypen (nl)
- smetlijnen (nl)
- smoren (nl)
- smoren (baksteen) (nl)
- snijkuilen (nl)
- snoeren (touw) (nl)
- snuiten (nl)
- soisijnse steen (nl)
- soldéren (verbinden) (nl)
- solementen (nl)
- Söller
- Solnhofer (nl)
- someren (nl)
- sonderen (nl)
- Sonts hout (nl)
- spaarbogen (nl)
- spanhout (nl)
- spanplaten (nl)
- spanroeden (nl)
- spanspijkers (nl)
- Sparnische
- speeltorens (nl)
- speetsels (nl)
- Speisekammer
- speklagen (nl)
- spekstuk (nl)
- spelderen (nl)
- sperren (nl)
- spiegelbogen (nl)
- spiegelen (nl)
- spiegelgewelven (nl)
- spiegels (omlijstingsveld) (nl)
- spieren (juffer) (nl)
- spiersch (nl)
- spijkerboren (nl)
- spijkeren (nl)
- spijlen (hekonderdeel) (nl)
- spilkalven (molenvloer) (nl)
- spinden (kast) (nl)
- spingewelven (nl)
- spinhuizen (nl)
- spinthouten (nl)
- spiraalzuilen (nl)
- spiras (nl)
- spitsbogen (nl)
- spitsbooggebinten (nl)
- spitse hoefijzerbogen (nl)
- spitspuntnagels (nl)
- Spitzhelm
- splijtmuren (nl)
- spoed (nl)
- spoednagels (nl)
- sponnen (nl)
- sponningen (nl)
- Spoorstijlen (nl)
- sporenkappen (nl)
- sporten (tredeonderdeel) (nl)
- spreekkamers (nl)
- Sprengwerk
- Spritzenhaus
- spruitbenen (nl)
- spuwers (nl)
- squinten (nl)
- staafbouw (nl)
- staafkerken (nl)
- staakgaten (nl)
- staal (materiaal) (nl)
- staande tand (nl)
- staand verband (nl)
- staand werk (nl)
- Stab
- stabiliteit (nl)
- stadsbouwmeesters (nl)
- stadskastelen (nl)
- stadstimmerschuren (nl)
- Stadtbauhof
- Stadtschenke
- Staffelkirche
- stafzuilen (nl)
- staken (nl)
- staketsels (nl)
- stalactietengewelven (nl)
- Stalaktit
- stalles (nl)
- stalramen (nl)
- stampbouw (nl)
- Stampferde
- stampmetselwerk (nl)
- standaardisatie (nl)
- standbenen (nl)
- standvensters (nl)
- Stange
- stapelbouw (nl)
- statica (nl)
- statisch bepalen (nl)
- Stavangens hout (nl)
- steeghers (nl)
- steekgewelven (nl)
- steekschoren (nl)
- steekslag (nl)
- steeksteigers (nl)
- steen (nl)
- steenbakkerijen (nl)
- steendammen (nl)
- steengrauw (nl)
- steengroeven (nl)
- steenkopers (nl)
- steenovens (nl)
- steenpek (nl)
- steenrechten (nl)
- steenslag (nl)
- steensponningen (nl)
- steentjesbakkers (nl)
- steentjes (wandtegel) (nl)
- steenwol (nl)
- steenzetters (nl)
- stegelrepen (nl)
- stehende Stuhl
- steif
- steigeren (nl)
- steigerhout (nl)
- steigersbouwers (nl)
- steigers (bouwstellage) (nl)
- Steinbau
- steinhauen
- Steinhauer
- Steinhauerwerkstatt
- Steinwerk
- Steinzeug
- Stekense stenen (nl)
- steldorpels (nl)
- stellood (nl)
- stempelen (nl)
- stergewelven (nl)
- Stern
- steunmuren (nl)
- Stichbalken
- Stichtse stenen (nl)
- stiepels (nl)
- stiepen (procedé) (nl)
- stijlen (kozijn/deur) (nl)
- stijlen (pijler) (nl)
- stijl-en-regelwerk (nl)
- stipes (nl)
- stoa's (nl)
- Stock
- stocken
- Stockholmer teer (nl)
- stoeldraaiers (nl)
- stoelplanken (nl)
- stoeppalen (nl)
- stoepstenen (nl)
- stofdorpels (nl)
- stoffatie (nl)
- stofferen (afborstelen) (nl)
- stofferen (bekleden) (nl)
- stofferers (nl)
- stokprofielen (nl)
- stol (nl)
- stolpbalken (nl)
- stolpgraven (nl)
- stompe spitsbogen (nl)
- stootnaden (nl)
- stootvoegen (nl)
- stopverf (nl)
- stortkanalen (nl)
- stoven (bouwwerk) (nl)
- straalgewelven (nl)
- straatlantaarns (nl)
- straatmeubilair (nl)
- stralen (nl)
- Strebepfeiler
- streefpijlers (nl)
- streep (nl)
- strekken (baksteen) (nl)
- strekkenlagen (nl)
- strekse bogen (nl)
- strengpersen (nl)
- strijkgebinten (nl)
- strijkweren (nl)
- stripwork (nl)
- strodaken (nl)
- strodekken (nl)
- strodekkers (nl)
- stroomlagen (nl)
- stucplafonds (nl)
- stuifkalk (nl)
- stuiknaden (nl)
- stukadoornagels (nl)
- stump geschlossen
- Sturz
- stylobaten (nl)
- suikerbakkersramen (nl)
- superposities (nl)
- Supraporte
- Swinesonds hout (nl)
- Syenit
- Symay hout (nl)
- symbolische plattegronden (nl)
- symmetrie (nl)
- syters (nl)
- taaie nagels (nl)
- taatsdozen (nl)
- taatsramen (nl)
- taberna's (nl)
- tablina (nl)
- taelgen (activiteit) (nl)
- taelgen (balk) (nl)
- tafels (nl)
- talanen (nl)
- talhout (nl)
- tamboeren (nl)
- tanden (metselwerk) (nl)
- tandhamers (nl)
- Tanzhaus
- taswerk (nl)
- Taubenhaus
- teakhout (nl)
- teerlingkapitelen (nl)
- tegeldekkers (nl)
- tegelkachels (nl)
- tegellatten (nl)
- tegulae (nl)
- Teilungspfosten
- tektonisch
- teldenlijsten (nl)
- Tempeliers (nl)
- temples (stoel) (nl)
- tenietlopen (nl)
- tentdaken (nl)
- tepidaria (nl)
- teratie (nl)
- termijning (nl)
- terpen (nl)
- terrassen (aardwerk) (nl)
- terrassen (parkaanleg) (nl)
- terrazzo (nl)
- Tessella
- te steek (nl)
- thermenvensters (nl)
- thesaurieën (nl)
- tholos (nl)
- tholosgewelven (nl)
- Thron
- ticheldekkers (nl)
- tichelpannen (nl)
- tichelstenen (nl)
- Ticino (nl)
- tierceronnen (nl)
- timmer (nl)
- timmerage (nl)
- timmermansmerken (nl)
- timmerwinkels (nl)
- timpanen (nl)
- tinellen (nl)
- tingelspijkers (nl)
- Tjasker
- tochtpuien (nl)
- toeluiken (nl)
- toeslag (nl)
- toffers (nl)
- togen (gewelf) (nl)
- toise (nl)
- tolhekken (nl)
- tonelen (nl)
- tongen (muur) (nl)
- tongewelven (nl)
- tongnaalden (nl)
- tonsura's (nl)
- tootbogen (nl)
- toppilasters (nl)
- torenhelmdaken (nl)
- torenkapellen (nl)
- torenkappen (nl)
- torens (bouwwerk) (nl)
- torenverbanden (nl)
- Tornagels (nl)
- Torriegel
- torussen (nl)
- Totecke
- Totenleuchte
- trabes (nl)
- tracés (nl)
- tragender Mauer
- Tragwerk
- T-ramen (nl)
- transenna's (nl)
- Transformatorenhaus
- trapbomen (nl)
- trapeziumkapitelen (nl)
- trapgaten (nl)
- trapkokers (nl)
- trappen (nl)
- trappenhuizen (nl)
- traptorens (nl)
- traptreden (nl)
- trasaltaren (nl)
- trascoro's (nl)
- traskalk (nl)
- trasraamklinkers (nl)
- Traßschicht
- Traufe
- traveeën (nl)
- treis (nl)
- trekankers (nl)
- trekgelden (nl)
- trekspanning (nl)
- Triangulation
- triangulaturen (nl)
- tribunals (nl)
- triclinia (nl)
- Triforium
- trijshuisjes (nl)
- trochilussen (nl)
- trofeeën (nl)
- troggewelven (nl)
- trompen (nl)
- trompetgewelven (nl)
- trotseerloodjes (nl)
- trullo's (nl)
- trumeaux (pijler) (nl)
- Tuchmacherzunfthaus
- tudorbogen (nl)
- Tudorstil
- tuile de Nord pannen (nl)
- tuimelaars (vloertegel) (nl)
- tuimelingen (nl)
- tuinen (nl)
- tuitstukken (nl)
- Türflügel
- turfpompen (nl)
- Turkse driehoeken (nl)
- Türpfosten
- turquin (nl)
- Türrahmenleiste
- tussenbalkgebinten (nl)
- tussenlid (nl)
- tweelichtvensters (nl)
- tweelinghuizen (nl)
- tweeschalensysteem (nl)
- twylingen (nl)
- überblatten
- Überblattung
- Udelfanger steen (nl)
- uidaken (nl)
- uilenborden (nl)
- uilendaken (nl)
- uitbouwen (nl)
- uitdragende balken (nl)
- uitgangen (nl)
- uitgeschoven spanten (nl)
- uithangborden (nl)
- uithoven (nl)
- uitsporen (nl)
- uitstekken (nl)
- uitziende koppen (nl)
- underlaymenten (nl)
- utiliteitsbouw (nl)
- Utrechtse bruggen (nl)
- Vaalmuidse leien (nl)
- vaam (nl)
- vakwerkspanten (nl)
- Vakwerkstijl (nl)
- valkhuizen (nl)
- vallende tand (nl)
- valramen (nl)
- varkens (schaaf) (nl)
- Vase
- vederen (nl)
- veelhoekig verband (nl)
- veelpasbogen (nl)
- veldwerk (nl)
- vellingkanten (nl)
- vensterbanken (onderdorpel) (nl)
- venstergangen (nl)
- vensterieren (nl)
- vensterposten (nl)
- vensters (nl)
- venstersteen (nl)
- vensterwerk (nl)
- verbanden (nl)
- verbinden sich
- Verbleiung
- verblenden
- verbonden zuilen (nl)
- verbouwen (nl)
- Verbrettung
- verdingen (nl)
- verdingwerk (nl)
- vergaarbakken (nl)
- vergaren (nl)
- vergolden
- verhang (nl)
- verhemelen (nl)
- verhemelten (nl)
- verholen goten (nl)
- verhoogde bogen (nl)
- verjongen (nl)
- verkehrter Bogen
- verkenningen (nl)
- verklammern
- verklimmingen (nl)
- verkröpft
- verlaagde bogen (nl)
- verlichting (abstract begrip) (nl)
- verloden (nl)
- verloren (nl)
- vermaetsen (nl)
- vermaningen (nl)
- vermetselen (nl)
- Verputzer
- verriere (nl)
- verschikken (nl)
- versnijdingen (nl)
- Verstäbung
- verstalen (nl)
- versteckte Treppe
- versteken werk (nl)
- versteknaden (nl)
- verstrijken (nl)
- vertieft
- vertieft (Zimmer)
- vertinnen (nl)
- vert Tinos (nl)
- verven (nl)
- verwarmingen (nl)
- verwulftstenen (nl)
- Verzeichnis
- verzinken (metaal) (nl)
- verzinken (oppervlakte) (nl)
- vestibulae (hal) (nl)
- vestmuren (nl)
- vide-bouteilles (nl)
- viden (nl)
- vieringen (nl)
- vierkant beslaan (nl)
- Vierpaß
- Vierungsjoch
- vijfsteken (nl)
- vijzelaars (nl)
- vijzelen (nl)
- villa's (nl)
- villes neuves (nl)
- Vilvoordse steen (nl)
- vim (stro/riet) (nl)
- Vingboonsgevels (nl)
- vingerlingen (vestingwerk) (nl)
- vinken (nl)
- visbanken (nl)
- visblazen (nl)
- viseren (nl)
- visgraatverband (nl)
- visiteren (nl)
- vismarkten (nl)
- vitsen (latten) (nl)
- vitsroeden (nl)
- vitswerk (nl)
- Vlaamse deurkozijnen (nl)
- Vlaamse driepassen (nl)
- Vlaamse goten (nl)
- Vlaamse stenen (nl)
- Vlaams verband (nl)
- vlechtbogen (nl)
- vlechtwerk (nl)
- Vlekkers hout (nl)
- vleugels (gebouwonderdeel) (nl)
- vliegstenen (nl)
- vlieringen (nl)
- vliesgevels (nl)
- vlijlagen (nl)
- vloerankers (nl)
- vloeren (nl)
- vloertegels (nl)
- vochtbruggen (nl)
- voegen (activiteit) (nl)
- voegen (voegwerk) (nl)
- voegers (nl)
- voegspijkers (nl)
- voegwerk (nl)
- voetingen (dijk/kadeonderdeel) (nl)
- voetingen (muuronderdeel) (nl)
- voet (lengtemaat) (nl)
- voetringen (nl)
- voetvlakken (nl)
- vogelgaten (nl)
- vogelhuizen (nl)
- volmolens (nl)
- vooien (nl)
- voorhoofden (nl)
- voorhuizen (nl)
- voorkeuvelens (nl)
- voorpaden (nl)
- voorplooien (nl)
- voorschotten (nl)
- Vorburg
- Vorderzimmer
- Vorfabrikation
- Vorhof
- Vorkragung
- Vorleserstuhl
- vormbakpersen (nl)
- Vorsprung
- vorstenvorsttegels (nl)
- vorstkammen (nl)
- vorstpannen (nl)
- vorsttegels (nl)
- vorüberstehend
- vossengaten (nl)
- vouwen (nl)
- vrijthoven (nl)
- vrijwoningen (nl)
- Vroegchristelijke bouwkunst (nl)
- vrouwenkoren (nl)
- vruchtenslingers (nl)
- V-spanten (nl)
- vurenhout (fijnspar) (nl)
- vurenhout (grove den) (nl)
- vurigheid (nl)
- vuurduvels (nl)
- waaggebouwen (nl)
- waaiergewelven (nl)
- waalformaat (nl)
- wagenschuren (nl)
- waghespannen (nl)
- walhuizen (nl)
- wallen (kade) (nl)
- wandbetimmeringen (nl)
- wanden (nl)
- Wandpfosten
- wangen (nl)
- wangewelven (nl)
- wapeningen (nl)
- washuizen (nl)
- waterborden (nl)
- water-cementfactor (nl)
- waterfornuizen (nl)
- watergangen (gang) (nl)
- waterkelders (nl)
- waterleidingen (nl)
- waterlijsten (molenbalk) (nl)
- waterlijsten (waterafvoer) (nl)
- waterputten (nl)
- waterschotingen (nl)
- Waterstaatsclassicisme (nl)
- waterwerken (nl)
- Wechselbalken
- weeghouten (nl)
- weergangen (nl)
- weke daken (nl)
- welboorden (nl)
- weldoortimmerd (nl)
- weldorpels (nl)
- welflijnen (nl)
- welfstenen (nl)
- welfvlakken (nl)
- Welse geveltoppen (nl)
- Welse helmdaken (nl)
- welstandstoezicht (nl)
- wemen (nl)
- wengers (nl)
- wengerstenen (nl)
- wenkbrauwen (nl)
- werktekeningen (nl)
- werpgangen (nl)
- werven (terrein) (nl)
- Weserrenaissance
- West-Gotische bouwkunst (nl)
- westwerken (nl)
- Wetterdach
- Wezels hout (nl)
- wiggen (nl)
- Wijkers hout (nl)
- wijmen (nl)
- wijnkoop (nl)
- wijwaterbakjes (nl)
- wijzerborden (nl)
- Wildbett
- wild verband (nl)
- wilgenhout (nl)
- Willem II Gotiek (nl)
- wimbergen (nl)
- windelstenen (nl)
- Windlatte
- Windstange
- windveren (nl)
- windwegen (nl)
- windwijzers (nl)
- windzomen (nl)
- winkeltrappen (nl)
- winterlagen (nl)
- wintertuinen (nl)
- wisgaten (nl)
- wisseldorpels (nl)
- witten (nl)
- Wohnhaus
- Wohnungsbau
- wolfdaken (nl)
- wolfeinden (nl)
- wolfskuiltjes (putten) (nl)
- Wolfsrachen
- wolkenkrabbers (nl)
- wolven (werktuig) (nl)
- woningen (nl)
- woningtoezicht (nl)
- woonkamers (nl)
- wormgaten (nl)
- wortelmotieven (nl)
- xenodochia (nl)
- xystussen (nl)
- zaagdaken (nl)
- zaagtanden (nl)
- zaalgoten (nl)
- zaalhuizen (nl)
- zaalkerken (nl)
- zadeldaken (nl)
- zadeldaktorens (nl)
- zadelvorsten (nl)
- zagers (nl)
- Zahneisen
- zakgoten (nl)
- zalen (nl)
- Zange
- Zangenloch
- zeta's (nl)
- zetelkruiers (nl)
- zetelkruiwerk (nl)
- zetluiken (nl)
- zetschoorstenen (nl)
- zetten (nl)
- Ziegelbrennerei
- Ziegeldach
- Ziegelmehl
- ziekenzalen (nl)
- ziende (nl)
- zigzagbogen (nl)
- zijlichten (nl)
- zillen (nl)
- Zimmerflucht
- Zimmermann
- Zinkraute
- zinkwerkers (nl)
- Zinne
- Zinnlot
- zoeten (nl)
- zoetsteen (nl)
- zolderen (nl)
- zoldernagels (nl)
- zolders (ruimte) (nl)
- zolders (vloer) (nl)
- zomerstallen (nl)
- zonnewijzers (nl)
- Zorèsijzers (nl)
- zoutketen (nl)
- zuilenstelling (nl)
- zurückspringend machen
- Zusatz
- Zutphens hout (nl)
- zwaaivlechten (nl)
- zwaardluiken (nl)
- zwaluwstaarten (houtverbinding) (nl)
- zwanenhalskorbelen (nl)
- Zweilicht
- Zwerggalerie
- Zwerggiebel
- zwichten (nl)
- zwiepen (nl)
- Zyklopenmauer
In anderen Sprachen
-
Niederländisch
URI
https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/95d57860-0030-418b-9d0f-4ec45fec76c5
{{label}}
{{#each values }} {{! loop through ConceptPropertyValue objects }}
{{#if prefLabel }}
{{/if}}
{{/each}}
{{#if notation }}{{ notation }} {{/if}}{{ prefLabel }}
{{#ifDifferentLabelLang lang }} ({{ lang }}){{/ifDifferentLabelLang}}
{{#if vocabName }}
{{ vocabName }}
{{/if}}